al-Fajr (الفَجْر)

Salomo Keyzer - Salomo Keyzer

Chapter 89 • 30 verses • Meccan

← Previous Chapter Next Chapter →
89:1 Ik zweer bij het aanbreken van den dag
89:2 En de tien nachten;
89:3 Bij datgene wat dubbel, en dat wat enkel is,
89:4 Bij den nacht als die aanbreekt.
89:5 Is dit niet een begrijpelijk samengestelde eed?
89:6 Hebt gij niet overwogen, hoe uw Heer met Ad heeft gehandeld.
89:7 Het volk van Irem, versierd met schoone gebouwen,
89:8 Waarvan de wedergade nog niet in het land werd opgericht?
89:9 En met Thamoed, die in de rotsen der vallei huizen uithieuw.
89:10 En met Pharao, den uitvinder van de straf der staken.
89:11 Die zich onbeschaamd hadden gedragen.
89:12 En het verderf op de aarde vermeerderden?
89:13 Daarom stortte de Heer verschillende soorten van kastijdingen over hen uit;
89:14 Want, waarlijk, uw Heer is op een wachttoren, als hij de daden der menschen beschouwt.
89:15 Daarom als zijn Heer hem (door voorspoed) beproeft, en hem eert en goed voor hem is. Zegt de mensch: Mijn Heer eert mij.
89:16 Maar als hij hem met rampen bezoekt, en hem zijne weldaden terughoudt, Zegt hij: Mijn Heer versmaadt mij.
89:17 Volstrekt niet, maar gij eert den wees niet.
89:18 Noch noodigt gij elkander uit, den arme te voeden.
89:19 Gij verzwelgt de erfenis der zwakken met eene blinde begeerigheid.
89:20 En gij bemint de rijkdommen op onbegrensde wijze. (Gij zult volstrekt niet zoo handelen).
89:21 Als de aarde tot stof zal vermorzeld worden;
89:22 Als uw Heer zal komen, en de engelen in gelederen geschaard zullen zijn;
89:23 Als de hel op dien dag naderbij gebracht zal worden: op dien dag zal de mensch zich zijne slechte daden herinneren; maar hoe zou die herinnering hem kunnen baten?
89:24 Hij zal zeggen: Gave God, dat ik vroeger gedurende mijn leeftijd goede daden had verricht!
89:25 Op dien dag zal niemand zooals God kunnen straffen.
89:26 Noch iemand in staat zijn te binden zoo als God.
89:27 O gij, ziel die rust!
89:28 Keer, voldaan met uwe belooning, en voldaan met God, tot uwen Heer terug.
89:29 Treed bij het aantal mijner dienaren binnen.
89:30 En betreed mijn paradijs.